,,Windmolens roepen veel emoties op. Dat moet je ongelooflijk serieus nemen. Alleen met maatwerk en de grootste zorgvuldigheid kun je bepalen of en waar er een turbinecluster kan komen.” (Gedeputeerde Hans Konst, Friesch Dagblad, 26 juni 2010)
*
Een duurzaam circus trekt door de provincie. Windbankier en milieubeschermer proberen gebroederlijk de dorpen te overtuigen van de voordelen van windenergie. Is er ‘draagvlak’ voor de plaatsing van enorme windturbines op het Friese platteland? Hoe de windhandel zowel de milieubeweging als de politiek inpakt.
Abe de Vries
‘Nije enerzjy foar Fryslân’ – zo heet het coalitieakkoord van PvdA, CDA en FNP dat bij de installering van het nieuwe college van Gedeputeerde Staten van Fryslân op 15 april 2011 bekend wordt gemaakt. ‘Nije enerzjy’ betekent voor het college ook ‘duurzame’ energie. Belangrijke onderdelen van het akkoord zijn de oprichting van een Energie Koöperaasje Fryslân ter stimulering van duurzame energie en een radicale wijziging in het windmolenbeleid, waarvoor vooral de FNP zich hard heeft gemaakt. Voortaan mogen nieuwe windmolens alleen nog worden gebouwd in drie gebieden: in het IJsselmeer, op de kop-Afsluitdijk en bij Heerenveen.
De windenergielobby in de provincie reageert gealarmeerd. Het Platform Duurzaam Fryslân (PDF), waarin diverse verenigingen van windturbine-eigenaren samenwerken, had in juni 2010 zijn eigen windenergieplan Aanbod600 gepresenteerd, met veel ruimte in de provincie voor opschaling van windmolens. PDF smeedt als de bliksem een coalitie met grote windenergie-organisaties als de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) en Eneco Wind, met de landbouworganisatie LTO Noord en met onder meer Doarpswurk en de Friese Milieu Federatie (FMF). Vijf weken na het aantreden van het nieuwe Friese provinciebestuur ligt er bij Provinciale Staten en alle Friese gemeenten al een brandbrief.
Afzender is Johannes Houtsma van PDF, eigenaar van adviesburo Da Vinci Finance en een voormalige manager bij ABN/Amro en Achmea. Uit naam van ,,een brede vertegenwoordiging van partijen die in Friesland actief zijn met duurzame energie” wordt een ‘Verklaring: Wynenerzjie [sic] foar in duorsum Fryslân’ aangeboden, waarin wordt getreurd om het voornemen van het college om ,,het beleid van het clusteren van windmolens te schrappen”. De organisaties vinden ,,het inzetten op windenergie op alleen de locaties Afsluitdijk en Heerenveen (..) onvoldoende. Onvoldoende om Friese duurzaamheidsdoelen te halen en onvoldoende om bestaande windturbines te kunnen saneren.” Ze wijzen er ook op dat het realiseren van windmolens op het IJsselmeer een stuk duurder is dan op land. Kortom: ze willen overleg met de provincie.
Omslag bij de Friese Milieu Federatie
Maar gezien de maatschappelijke en politieke weerstand tegen windmolens moeten eerst de banden met de milieubeweging verder worden aangehaald. In 2011 gebeuren er, wat de lobby-activiteiten voor windenergie betreft, verschillende opvallende zaken. Zo treedt begin dat jaar bij de FMF een nieuwe directeur aan, Hans van der Werf, voorheen manager bij de provincie Overijssel. ,,In plaats van bovenaf locaties aan te wijzen, moeten we burgers bij de locatiekeuze betrekken,” zegt hij in het jaarverslag 2012 van de FMF over windenergie. ,,Het dossier zit momenteel op slot. Door de negatieve berichtgeving in de media keren veel Friezen zich tegen windenergie. Terwijl het juist kansen biedt. Laten we de dorpen in trekken, en het gesprek aangaan. Windenergie realiseer je van onderop.”
En inderdaad: in 2011 lanceert de FMF het Servicepunt Hier! Opgewekt Fryslân, met informatie over windturbines voor dorpen – een themagebied dat voorheen eigenlijk alleen werd bestreken door de Feriening Fryske Doarpsmûnen, aangesloten bij het PDF.
Directeur Van der Werf legt in het jaarverslag 2011 uit wat de achtergrond is van de plotselinge omarming door de FMF van windenergie. De oorzaak is te vinden in het coalitieakkoord van PvdA, CDA en FNP, waarin het IJsselmeer wordt genoemd als een van de drie gebieden voor windmolens. Van der Werf ziet knelpunten: ,,Het IJsselmeer en de Waddenzee zijn Natura200-gebieden waar beperkingen gelden, onder andere vanwege de impact op vogels.”
Friese windmoleneigenaren hebben met Friese natuur- en milieu-organisaties gemeen dat ze óók sympathiek kunnen zeggen te staan tegenover ‘duurzaam’. Zo biedt PDF-staflid Johannes Houtsma zich in 2011 aan als penningmeester van It Fryske Gea en wordt hij ook in die functie in het bestuur gekozen. Dat niet alleen; uit hoofde van zijn penningmeesterschap neemt hij in datzelfde jaar zitting in de raad van toezicht van de FMF. Zo worden de contacten tussen de windenergielobby en de natuur- en milieulobby geformaliseerd.
Ook in 2011 treedt Eelke Broersma uit Kollumerzwaag, voorheen windenergie-adviseur van BMC Management & Advies en schaduwraadslid voor de ChristenUnie in zijn gemeente, bij de FMF aan als projectleider Klimaat en duurzame energie. Bij BMC hield Broersma zich bezig met ,,het begeleiden van projecten voor windmolenparken” en het “schrijven van beleid (o.a. windmolenbeleid)” (Bron: LinkedIn).
Een en ander leidt ertoe dat de FMF in 2012 voor het eerst windenergie noemt als een van haar doelstellingen: ,,draagvlak ontwikkelen voor windenergie op land” (jaarverslag 2012). De koepelorganisatie weet een opdracht van de provincie in de wacht te slepen om de resultaten van de Lanschapsenquête Fryslân te analyseren. Volgens de FMF vindt ,,57 procent van de mensen (..) windmolens goed in het open landschap passen, 41 procent van niet” (jaarverslag 2012).
Energiefonds
Intussen schiet het nog niet erg op met de in het coalitieakkoord afgesproken oprichting van een provinciale ‘energiebank’, van origine een idee van de ChristenUnie. Het fonds zou mogelijk zo’n 100 miljoen euro moeten bevatten, afkomstig uit de verkoop van het provinciaal-Friese aandeel in NUON, en is in eerste instantie bedoeld om ,,ondernemers met plannen voor alternatieve opwekking van energie” te ondersteunen (Leeuwarder Courant, 11 februari 2011). Het moet deskundige bijstand verlenen en kapitaal verstrekken in de vorm van leningen, participaties en garanties. De PvdA is enthousiast: zo’n energiefonds zal de uitstoot van CO2 verminderen en energie besparen.
Buck Consultants in Nijmegen voert in de zomer van 2012 een ‘Marktverkenning Energiefonds Fryslân’ uit, waaraan een hele lijst van bedrijven en organisaties deelneemt. Onder het kopje ‘Financiers van energieprojecten’ staan onder meer de Triodos Bank, Friesland Bank en Rabobank genoemd, maar ook een bekende van de Friese windenergielobby doet mee: Johannes Houtsma met zijn eigen adviesbedrijf Da Vinci Finance. En bij ‘Belangenorganisaties’ komen we de FMF tegen, vertegenwoordigd met directeur Van der Werf en projectleider Duurzame energie Eelke Broersma. Ook LTO Noord in de persoon van Gerard van Drooge is van de partij.
Het is duidelijk dat de groen-zwarte coalitie van milieugroepen en windhandelaren de wind in de zeilen heeft en een dikke vinger in de pap krijgt in het Friese energiefonds. Daar duidt ook de geformuleerde ‘marktbehoefte’ in het rapport van Buck Consultants op. Het bureau identificeert 15 tot 20 concrete projecten en programma’s en ziet de meeste kansen weggelegd voor… ,,windenergie op land”.
In 2013 lijkt het initieel genoemde doel van het fonds om ondernemers in duurzame energie te ondersteunen, verder te worden aangescherpt en op een hoger ambitieniveau te zijn gebracht. ,,In 2020 moet Fryslân voor minstens 16 procent duurzame energie gebruiken. Om dat doel te bereiken wordt een Fries energiefonds ingesteld van 90 miljoen euro,” meldt het Friese CDA op haar website (1 maart). Provinciale Staten gaan op 28 februari 2013 akkoord met de oprichting van het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) zoals het inmiddels is omgedoopt.
In de bepalingen staat dat maximaal 49 procent van de totale investering in een Fries project kan worden gefinancierd door het FSFE. De medegefinancierde projecten moeten een aantoonbare bijdrage leveren aan de doelstelling van 16 procent duurzaam in 2020. Naar verwachting zal het fonds, dat de vorm van een BV krijgt, medio dit jaar operationeel zijn. Momenteel denkt het provinciebestuur erover na of FSFE moet gaan participeren in Windpark Fryslân, het geplande windmolenpark van Ventolines op het IJsselmeer.
Fryslân foar de Wyn
De windenergielobby in Fryslân schiet dus op het eerste gezicht niet zo heel veel op met haar inspanningen om mee te denken over het Friese energiefonds. Windpark Fryslân wordt ontwikkeld door twee familieclans uit de Noordoostpolder. Windmoleneigenaren in Fryslân die willen ,,opschalen” hebben daar niets aan. Ook de FMF is teleurgesteld, immers, haar inzet om het Natura2000-gebied IJsselmeer te vrijwaren van windturbines lijkt te mislukken.
In overleg met de andere provincies heeft Fryslân inmiddels aangeboden een flink deel van het in 2013 gesloten Haagse Energie-Akkoord over windenergie te realiseren: eerst 400, toen 525, en toen 530,5 megawatt op het Friese vasteland (inclusief IJsselmeer). De provinciale politiek gaat ervanuit dat die inspanning, gezien de maatschappelijke weerstand tegen grote windturbines op land, niet gerealiseerd kan worden zonder een windpark in het IJsselmeer.
Wederom vinden windhandel en milieubeschermers elkaar als blijkt dat gedeputeerde Hans Konst bezwijkt voor breed levende bezwaren van de bevolking langs de Ijsselmeerkust én van de grote en machtige gemeente Súdwest-Fryslân tegen windenergieparken op het IJsselmeer en bij de Afsluitdijk. Konst laat begin 2014 de inzet van het coalitieakkoord los om nieuwe turbines te beperken tot drie gebieden en geeft het nieuw gevormde Fryslân foar de Wyn – bestaande uit Platform Duurzaam Fryslân, de Friese Milieu Federatie en een inderhaast opgericht Comité Hou Friesland Mooi – groen licht. Het mag met zijn zegen proberen ,,draagvlak” te creëren voor windclusters in het noorden en noordwesten van de provincie.
De windhandelaren hopen zo hun opschalingsambities alsnog te kunnen realiseren, en de FMF zou graag zien dat de Friese bevolking zó enthousiast raakt over een windcluster naast de deur dat zelfs de gehele door Konst aaneboden 530,5 megawatt op land op deze manier kan worden gerealiseerd. Zodat de vogels op het IJsselmeer althans hun rust is gegund.
Gebroederlijk werken PDF en FMF dan al twee jaar aan ,,draagvlakontwikkeling” voor windenergie in Fryslân. ,,Belangrijk is dat de verschillende projecten in het zoekgebied wel op elkaar afgestemd moeten worden om een goede en aanvaardbare inpassing in het landschap te bereiken,” schrijf PDF in een ‘Update’ van maart 2013. ,,Het PDF is al enige tijd intensief bezig het overleg tussen de verschillende partijen te coördineren en te bemiddelen.”
Een sleutelrol in de draagvlakontwikkeling is weggelegd voor het antwoord op de vraag: ,,Hoe kan de opbrengst van windenergie ten goede komen aan de samenleving?” (website PDF). Dat is nog niet zo eenvoudig, want gedeputeerde Konst zei het al in 2010 toen hij het plan Aanbod600 in ontvangst nam: ,,Windmolens roepen veel emoties op. Dat moet je ongelooflijk serieus nemen. Alleen met maatwerk en de grootste zorgvuldigheid kun je bepalen of en waar een turbinecluster kan komen.”
Fossielvrij
Dat de provincie begin dit jaar uiteindelijk toch in zee gegaan is met de windclusterbouwers, is het resultaat van een bestuurlijke cultuur in Fryslân die al enkele jaren torenhoge ambities neerlegt als het gaat om ‘groene’ cq. ‘duurzame’ energie. In 2020 wil Fryslân volledig fossielvrij zijn qua energieverbruik, lees je dan. Of: Friesland moet binnen twintig jaar energieautonoom zijn (provinciaal duurzaamheidsambtenaar Bouwe de Boer in Noorderbreedte, 2007). Of: Leeuwarden fossielvrij in 2020 (Bouwe de Boer). Dat zulke uitspraken weinig betekenen, omdat er geen enkel sluitend systeem bestaat dat nieuwe bedrijven verplicht om uitstootrechten te kopen, of aandelen in de opwekking van duurzame energie, lijkt noch het provinciaal bestuur noch de meeste andere politici te deren.
Er is een publiek discours in Fryslân ontstaan waarin niet eens meer vraagtekens worden gezet bij zulke fantastische beleidsdoelen. In dat kader wordt ook geen noemenswaardige aandacht besteed aan de critici van windenergie, van wie sommigen zelfs beweren dat windenergie juist méér CO2-uitstoot veroorzaakt. De gelegenheidscoalitie van PDF en FMF lijkt wat dat betreft succesvol, maar schijn bedriegt. De bevolking op het Friese platteland laat zich namelijk zo makkelijk niet in de luren leggen. Het rondtrekkend circus van Fryslân foar de Wyn dat dezer dagen in de dorpen te vinden is om daar de lokale voordelen van z'n windturbineclusters duidelijk te maken, ontmoet op veel plaatsen ronduit vijandigheid.
Nog een kopstuk van de lobby: Ron Koopal. Betrokken bij PDF, tegenwoordig werkzaam voor het Bureau Ekwadraat van Douwe Faber en nog altijd voorzitter van de Feriening Fryske Doarpsmûnen. Vorige week was hij spreker op een bijeenkomst georganiseerd door windmoleneigenaren in Oudebildtzijl. In een zaal met meer dan 120 verontruste Ouwesylsters kreeg hij geen poot aan de grond met zijn pleidooi voor een dorpsmolen. Koopal heeft net als zijn mede-lobbyist Johannes Houtsma een bankaire achtergrond: hij werkte meer dan dertig jaar voor de (voormalige) Friesland Bank als senior account manager in de agrarische sector. ,,Door het verdwijnen van het melkquotum vanaf 1 januari 2015 moeten melkveehouders op zoek naar nieuwe afschrijvingsmogelijkheden,” meldt hij op de website van Bureau Ekwadraat. ,,Investeren in energie-opwekking kan een oplossing zijn,” luidt zijn advies aan Friese boeren.
Wat dan gelijk de betrokkenheid van Ekwadraat bij de stichting Lokale Enerzjy Ferwerderadiel (LEF) verklaart, het door de gemeente geïnitieerde investeringsfonds in Ferwerderadiel dat optreedt als (mede-)initiatiefnemer van drie windturbineclusterplannen. Datzelfde LEF is jarenlang ook geadviseerd door Da Vinci Finance van Johannes Houtsma. Die overigens behalve penningmeester van It Fryske Gea, toezichthouder bij de FMF en voorman van PDF óók nog commissaris is bij een wafelbakkerij die graag windmolens wil bouwen in zijn woonplaats Hallum.
De provincie Fryslân heeft – vanuit haar milieu-ambities – de stichting LEF met in totaal minstens 2,4 ton gesubsidieerd en kan de facto gelden als medefinancier van de windmolenplannen van LEF.
Provinciale Staten
Het is in dit klimaat dat Provinciale Staten straks op 18 juni een besluit moeten nemen over het Friese aanbod aan Den Haag van 530,5 megawatt. Gebiologeerd staren de Statenleden in de koplampen van een onzalig huwelijk tussen overheid, windhandel en milieugroeperingen, terwijl allesbehalve duidelijk is hoe ‘duurzaam’ windenergie nu eigenlijk is. Er is een collectief zelfbedrog ontstaan, dat wortelt in nobele motieven en bezorgdheid over onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, maar dat bewust gaande wordt gehouden door belangengroepen die politiek, ambtenarij en publiek bewerken met een stortvloed aan selectieve, gekleurde en gekochte informatie.
Een landeigenaar in het noorden van Fryslân met een turbine van 3 MW op zijn land verdient jaarlijks meer dan 50.000 euro aan pacht. De winsten uit de exploitatie van zo’n molen voor een eigenaar zijn nog veel groter. Maar de lasten zijn voor de omwonenden, die er behalve wat spiegeltjes en kraaltjes uiteindelijk gezondheidsklachten aan overhouden. En de pijn is voor alle Friezen die gruwen van de aanslag die turbines van 162,5 meter hoogte plegen op hun prachtige landschap – het landschap waarvan de FMF zegt er zo blij mee te zijn, en zoveel zorg voor te hebben.
‘Duurzaam’ zijn in dit geval voornamelijk de hoofdpijn van plattelandsbewoners en de vette bankrekeningen van de windhandel. Het wordt tijd dat Provinciale Staten de schellen van de ogen vallen. Gebeurt dat dit jaar niet, dan zal de Friese kiezer de rekening voor zijn vernielde provincie zeker bij die partijen neerleggen die erom vragen.
.
Prachtig artikel waarin de bestuurlijke chaos weer eens duidelijk blijkt.
BeantwoordenVerwijderenOndeskundigen worden de ruimte in geworpen en mogen dan beslissen over u en mij.