donderdag 17 maart 2022

In het compromis ligt het begin van de vrede



Na drie weken oorlog in Oekraïne is er nog geen uitzicht op vrede. De ongemakkelijke realiteit is dat de voorgenomen Navo- en EU-uitbreiding de oorlog niet alleen mede heeft veroorzaakt, maar ook in de weg staat van zijn beëindiging.

Laat er geen misverstand over bestaan: de Russische aanval op de ex-Sovjet-republiek aan de Zwarte Zee is een brute operatie, die bergen menselijke ellende veroorzaakt en in de sterkst mogelijke bewoordingen moet worden veroordeeld en bestreden. De sympathie voor de Oekraïense strijd is in het Westen terecht groot, zo ook de afkeer van het dictatoriale Russische regime van Vladimir Poetin. Maar... Washington, de Navo en de EU hebben allesbehalve schone handen. Ook dat moet, nu we na drie weken oorlog enigszins zijn bekomen van onze ontzetting, en er over oplossingen moet worden nagedacht, ter sprake komen.

Hoe zit dat dan? Al jaren ventileert een van de prominentste en meest gelauwerde specialisten in de wetenschap van de internationale politiek, de Amerikaanse emeritus hoogleraar aan de universiteit van Chicago JohnMearsheimer, zijn mening dat het Westen voor de crisis in Oekraïne een zware verantwoordelijkheid draagt.

Mearsheimer geldt als een zogenoemde realist; hij gaat ervan uit dat de wereldpolitiek in hoge mate wordt bepaaldgeen wens, maar een constatering – door het meer of minder gerechtvaardigde eigenbelang van landen die kernwapens bezitten. Drie daarvan, de Verenigde Staten, Rusland en China, zijn grootmachten, met in de wereld afgebakende invloedssferen. Waar en wanneer die drie zich intensief gaan bemoeien met elkaars invloedssferen, ontstaat logischerwijs spanning. Dat is precies wat er sinds 2008 rond Oekraïne aan de hand is, zegt Mearsheimer. De Verenigde Staten willen sindsdien dat Oekraïne zich militair en economisch afkeert van Rusland, en Rusland doet er alles aan om dat te voorkomen.

In de realistische optiek - maar ook in die van bijvoorbeeld Noam Chomsky - is de politiek van Navo- en EU-uitbreiding de boosdoener. Out of the blue kwam de Navo in april 2008 op een top in Boekarest met de mededeling dat Oekraïne en Georgië, directe buurlanden van Rusland, in de toekomst lid van de verdragsorganisatie zouden worden. George Bush jr. was destijds president van de Verenigde Staten. Na twee uitbreidingsrondes in 1999 en 2004, die door Rusland tandenknarsend en met veel gegrom waren geaccepteerd, kondigde de Navo zonder overleg plompverloren een derde expansie aan.

Tot grote ergernis van Poetin’, zo schreven Nederlandse kranten, ‘maakte de Navo duidelijk dat Georgië en Oekraïne ooit lid zullen worden van de Navo. ,,Niemand heeft een veto over welk land er lid van de Navo wordt”, zei secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer. De nog uit de tijd van Gorbatsjov daterende ongeschreven overeenkomst met de Verenigde Staten en Duitsland, dat Rusland dat veto juist wél had, ging met een boog in de prullenbak. 

Het lijdt geen twijfel dat Washington de drijvende kracht achter deze gevaarlijke stap van de Navo was. Frankrijk en Duitsland waren zwaar tegen, maar Amerika dreef z’n zin door. Even dacht het Amerikaanse establishment in een unipolaire wereld te leven, aldus Mearsheimer: een wereld zonder de Sovjet-Unie of Rusland als betekenisvolle speler, waarin alleen de Amerikaanse wil wet was. Een wet, die anderen ontzegt wat het de Verenigde Staten zelf toestaat: invloedssferen waarin het bepaalde privileges heeft. Die wet bestaat overigens al heel lang. Denk aan de Monroe-doctrine, die stelt dat geen vreemde mogendheid een militaire aanwezigheid mag hebben op het westelijk halfrond. Denk aan de Carter-doctrine, die stelt dat alleen Amerika zich mag bemoeien met de olie in Irak en Saudi-Arabië.

Het brandje was gesticht. Het eerste resultaat: meteen, in de zomer van 2008, viel Rusland Georgië binnen, om orde op zaken te stellen. De volgende hot spot werd Oekraïne. In 2014 werd de Russisch-gezinde president Janoekovytsj afgezet nadat deze had geweigerd een associatieverdrag met de EU te ondertekenen. Met Amerikaanse coördinatie kwam er in die ‘Majdan-revolutie’ een Amerikaans-gezinde regering aan de macht. Diens deplorabele eerste daad bestond uit het degraderen van het Russisch als tweede, officiële taal in het oosten van Oekraïne.

Onmiddellijk gevolg: burgeroorlog in de regio Donbass, waarbij de Russisch-sprekers van harte gesteund werden door het leger van Poetin. En de Russen annexeerden het strategisch belangrijke schiereiland de Krim, dat trouwens al sinds 1783 gekoesterd bezit van het tsarenrijk was geweest.

Westerse media zijn gewoon om die recente geschiedenis af te doen als een kroniek van de betreurenswaardige machtswellust van een gek geworden Poetin of de gevaarlijke megalomanie van een tanende supermacht. Zelden worden Rusland reële veiligheidsbelangen toegedicht. Hier botsen idealisme en naïviteit op de realiteit, zou Mearsheimer zeggen. Amerika, Europa noch de Navo was en is immers van plan om zelf ten strijde te trekken voor de geëxporteerde idealen. Niet tegen de nucleaire Russen. Men moedigde en moedigt liever de Oekraïners aan om dat te doen.

Al onder Trump begon Washington het land behalve met geld en hippe ngo’s ook te steunen met wapens, intelligence en militaire trainingen, bedoeld als hulp bij het conflict in het oosten. Logisch – niet wenselijk of moreel juist, maar logisch – dat Moskou de koers en gang van zaken in zijn zuidelijke buurland uiteindelijk niet meer slikte, aldus de realistische school op het gebied van internationale betrekkingen. Het uiteindelijke resultaat is de inval van 24 februari.

Tot zover de voorgeschiedenis, volgens realistisch recept, van de oorlog. Wat betekent deze zienswijze voor de actualiteit? Nu de strijd verder voortduurt, mag de geopolitieke uitkomst ongewis zijn, zeker is dat de burgerbevolking een vreselijke prijs betaalt. Nu de meeste Oekraïense steden in het noorden, oosten en zuiden min of meer zijn omsingeld is het vinden van een oplossing nog dringender. De oorlog moet stoppen. Dat moet voorop staan.

Behalve een humanitaire noodzaak is een snelle beëindiging van de vijandelijkheden ook een groot Europees belang. Europa – niet Amerika – is grotendeels afhankelijk van Russisch gas. De nu opeens zo vurig gewenste afkoppeling zorgt voor enorme economische problemen – in Europa, niet in Amerika.

Niet alleen Poetin moet bijdraaien, terug in z’n hok en de wonden van z’n door sancties vernielde economie likken. De Oekraïense president Zelenski lijkt sinds dinsdag bereid te zijn een neutrale status voor zijn land te accepteren. In het compromis ligt het begin van de vrede. Het onverantwoordelijke spel van Navo- en EU-uitbreiding tot aan Ruslands grenzen is wanbeleid, waarvoor ‘wij’ echter niet de hoogste prijs betalen. Dat doen, zoals het hoort, ‘zij’. 


.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten