woensdag 7 mei 2014

Wild-west in de Ferwaaieradeelster windhandel

... en lang leve de Structuurvisie Grutsk op 'e romte

Was vanavond aanwezig bij de tweede informatiebijeenkomst van de Stichting Lokale Enerzjy Ferwerderadiel (LEF), gehouden in Hallum. Onderwerp: de wenselijkheid om in de gemeente Ferwerderadiel tot plaatsing over te gaan van vijftien tot twintig megawindmolens van honderd meter hoog (honderdvijftig inclusief wieken). En het in dat geval weghalen – op termijn – van 26 kleinere windmolens in de gemeente. 

De zaal van het dorpshuis zit met zo’n 120 mensen bomvol. Aan het woord: drie heren van LEF, in het dagelijks leven alle drie ambtenaar op het gemeentehuis. En een extern ingehuurde gespreksleider. Zij weten te melden dat Friesland iets aan windenergie moet doen van het Rijk en dat de gemeente zich maar beter pro-actief kan opstellen: zelf met plannen komen, voordat anderen je met hun plannen opzadelen. Dan pik je eventueel ook nog een financieel graantje mee, dat dan ten goede kan komen aan de dorpen. 

Net als de avond tevoren (in Blije) is de zaal voor minstens driekwart tégen. LEF zegt diverse ,,initiatieven” (plannen om windmolens te bouwen) van ,,initiatiefnemers” te willen bundelen, opelkaar af te stemmen en een en ander met de bevolking te willen bespreken, maar weigert te melden wie die ,,initiatiefnemers” dan zijn en ook wáár die molens dan precies zouden moeten komen te staan. 

Tja. Wat moet je dan nog op zo’n avond, behalve een verhaal aan te horen over de onontkoombaarheid van windenergie. LEF wekt de indruk nauwelijks meer te zijn dan een zetbaas van het samenwerkingsverband Fryslân foar de Wyn, dat aanstaande vrijdag of zaterdag de échte plannen en de échte locaties bekendmaakt. 

Wij moeten het doen, qua plangebieden, met drie op de kaart ingetekende cirkels: eentje ten westen van Hallum (van de Nijkerkerpolder tot Oude Leie langs de Middelzeedijk), eentje tussen Ferwert en Burdaard, en eentje net ten zuiden van de lijn Blije-Holwerd. Dat zijn, zegt LEF, de ,,zoekgebieden” waarbinnen naar geschikte locaties wordt gespeurd. En nee, we kunnen nog niet zeggen waar de windmolens nu exact komen. 

Toch raar. Die gebieden bedoel ik. Althans, in ieder geval twee ervan. Weer thuis gekomen na een roerige avond pak ik de in 2012 door Gedeputeerde Staten en vorig jaar door Provinciale Staten aangenomen Structuurvisie Grutsk op ’e romte er even bij. Het voorwoord van gedeputeerde Hans Konst (PvdA) begint zo: ,,Wy binne ‘grutsk’ op ús Fryske lânskip en erfguod. It lânskip, de kultuerhistoarje en de Fryske taal bepale mei-inoar ús identiteit.” 

Ik beland bij hoofdstuk 3, waarin gebieden in Friesland staan vermeld die de provincie van bijzondere waarde acht, ,,landschappelijke en cultuurhistorische structuren van provinciaal belang”. En bij elk van zo’n extra speciaal waardevol landschappelijk en cultuurhistorisch gebied heeft de provincie ook adviezen bijgevoegd: waar je in die contreien op moet letten cq. voor moet zorgen. Ik kom tegen: 

Het kleigebied langs de Waddenzee 
,,Openheid, weidsheid of leegte van de afzonderlijke landschapstypen behouden en versterken door bijvoorbeeld niet passend groen of bouwwerken te verwijderen of verplaatsen.” (p. 16) 

De dijken 
,,De helderheid van de landschappelijke context van een dijk is van belang voor zijn beleving, dus is het van belang de directe omgeving van de dijk vrij te houden van ontwikkelingen die de dijk vertroebelen.” (p. 18) 

Reliëf 
,,Het aanwezige reliëf respecteren en bij nieuwe ontwikkelingen benutten als onderdeel van het ontwerrp, gebruik maken van het aardkundige gegeven en uitvlakking vermijden. Het reliëf van de terp en zijn relatie tot het omliggende landschap zichtbaar houden. De beleving van het reliëf in stand houden.” (p. 19) 

Nederzettingen 
,,De onderlinge verhouding (maat) en samenhang tussen de (cultuurhistorische) onderdelen die een dorps- of stadssilhouet bepalen (zoals kerken, watertorens, fabrieken en dergelijke) handhaven en versterken. Deze maken gezamenlijk de verankering en herkenbaarheid van de structuur van de nederzetting in het landschap.” (p. 21) 

En nog meer op Ferwerderadiel toegespitste adviezen voor ruimtelijk beleid geeft hoofdstuk 6, ‘Kleigebied Oostergo’. Van bijzonder belang zijn volgens dit hoofdstuk ,,de brede kwelderwal langs de Middelzee en Waddenzee met de, op regelmatige afstand ten opzichte van elkaar gelegen terpen en blokvormige en lineaire terpdorpen van Leeuwarden tot Anjum en de verkaveling haaks op de kwelderwal.” En ook: ,,De grootschalige openheid met de (terp)dorpen, die op de kwelderwal liggen als groene punten op de wal, waarbij de kerktorens belangrijke oriëntatiepunten zijn in het dorpssilhouet.” 

Een en ander leidt in de structuurvisie Grutsk op ‘e romte tot nog twee voor ons onderwerp belangrijke adviezen: 

Ten eerste, over de dorpen: ,,De dorpssilhouetten, met als baken de kerktorens, moeten herkenbaar blijven zonder dat ‘ruis’ ontstaat tussen de dorpsranden en het omliggende landschap.” 

Ten tweede, over ,,het systeem van zeedijken, die de grens vormen tussen het vaste land en de Waddenzee en het vaste land en de voormalige Middelzee”: ,,De afleesbaarheid en helderheid van de landschappelijke context van een dijk is van belang voor de beleefbaarheid; het is daarom van belang om de directe omgeving van de dijk vrij te houden van ontwikkelingen die de dijk en haar kenmerkende onderdelen vertroebelen.” En als er toch iets in de buurt van een dijk moet worden gebouwd, dan zijn ,,vergelijkbare maat en schaal (..) bepalend voor een positieve beleving van dergelijke ontwikkelingen”. 

De lezer mag zelf uitmaken wat een en ander betekent voor de plaatsing van megamolens. Over geen van bovenstaande landschappelijke lofprijzingen, waarschuwingen en verboden werd vanavond echter gerept in het dorpshuis van Hallum. Dat was ook het doel niet van de stichting LEF, noch zal het dat zijn van Fryslân foar de Wyn als die in mei en juni de winst van het masserende voorwerk van LEF zal trachten te incasseren in Ferwerderadiel. 

Het doel van de windenergielobby is juist ervoor te zorgen dat er helemaal niet over de provinciale structuurnota met dat mooie voorwoord van gedeputeerde Hans Konst wordt gesproken. 

Prachtige provinciale nota’s betekenen niets meer, blijkbaar. En gemeenteraden die uitspreken dat er in hun gemeente géén ruimte meer is voor windenergie – zoals de raad van Ferwerderadiel onlangs deed – worden door hun eigen wethouder – want dat was LEF-initiatiefnemer Haije Talsma (CDA) tot voor kort – achter de schermen voor gek gezet. 

Mij is in ieder geval duidelijk dat het wild-west is in de Ferwaaieradeelster windhandel. Windmolens van 100, of, zo u wilt, 150 meter hoogte langs de oude Middelzeedijk zijn overduidelijk onverenigbaar met uitdrukkelijke bepalingen en adviezen in Grutsk op ’e romte. Wie denkt dat het anders zit, moet recht praten wat krom is. 

Ook in een tweede plangebied, Blije-Holwerd, ziet het er voor de windhandel somber uit. Op de Wiki lees ik bij het item ‘Kwelder’: ,,De kwelderwallen zijn goed te herkennen doordat hierop de dorpen ontstonden. Bijvoorbeeld de gordel van dorpen Hijum, Hallum, Marrum, Ferwert, Blije en Holwerd.” 

Maar voor de regio Ferwert-Wânswert-Burdaard is er minder planologische hoop, zo valt te vrezen. Hier geen Middelzeedijk, hier geen kwelderwal. Wél gaat het om drie historische terpdorpen, ieder een monument van reliëf in z'n eigen open ruimte om trots op te zijn – wellicht dat dat helpt?



.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten