vrijdag 31 januari 2014

Eer bewijzen aan vergeten dichter Kloosterman


Honderd jaar geleden overleden, lange tijd vergeten, maar nu weer terug: Jan Ritskes Kloosterman. Boer, rentenier en dichter uit Twijzel. Zijn leven en werk wordt dit jaar met maar liefst vier projecten herdacht. 

Abe de Vries 

Jan Ritskes Kloosterman (1847-1914) uit Twijzel was een Fries dichter die bekender is geworden door zijn dochter (de schrijfster en dichteres Simke) dan door zijn poëtisch werk. In recente, algemene bloemlezingen van Friese poëzie zijn geen gedichten meer van hem opgenomen; de laatste met een gedicht van zijn hand was het door Ph. Breuker samengestelde overzicht Hûndert fersen (1990). Ook in de handboeken krijgt Kloosterman niet veel ruimte toegemeten, hij moet het met een paar zinnen doen. 

Toch is er een stichting, de Keunstkrite Twizel, die 2014 heeft uitgeroepen tot het jaar van Jan Ritskes Kloosterman en die inhoud aan dat jaar geeft met maar liefst vier activiteiten. Op 30 januari verschijnt een ruime keuze uit het poëtisch werk van Kloosterman, Nije bloei, samengesteld door dichter Eppie Dam en van botanische pentekeningen voorzien door Lienke Boot. ‘Hûndert jier nei jo ferstjerren betocht wurde mei in blomlêzing út eigen wurk, soks komt net elke dichter oer,’ schrijft Eppie Dam in de inleiding bij Nije bloei. ‘Sa’n dichter moat it troffen ha mei minsken dy’t kultuer út eigen fermidden nei wearde skatte en nije glâns jaan wolle oan fersen dêr’t it stof fan de skiednis al oerhinne lei.’ Verderop in het jaar komen er dan nog een poëziewedstrijd, een poëzienacht en een liturgisch concert. 

Hetty Kloosterman-Combs is mede-oprichter van de Keunstkrite Twizel en projektleider van het Kloostermanjaar. ,,In ieder seizoen hebben we dit jaar iets, op het ritme van de natuur die zo’n belangrijke plaats in het werk van Jan Ritskes inneemt,” zegt ze. Eerst is er de bloemlezing in januari . Dan de poëziewedstrijd voor kinderen van basischolen in Achtkarspelen, de derde editie alweer, die is in het voorjaar. Eppie Dam en dichteres Matty de Vries geven poëzieles op maar liefst veertien basisscholen; de bedoeling is dat de kinderen (uit de bovenbouw) zelf een gedicht schrijven, dat dan meedingt naar een prijs en mogelijk wordt opgenomen in een bundel. Een slotprogramma met prijsuitreiking vindt plaats op 16 mei, naar een zaal wordt nog gezocht. Waarschijnlijk wordt het Buitenpost. 

De derde activiteit is de derde editie van de Jan Ritskes Poëzienacht op 20 september. ,,Die wordt gehouden in de tuin van het Simke Kloostermanhuis in Twijzel, een tuin die haar vader Jan Ritskes zelf heeft aangelegd en onderhouden,” zegt Hetty Kloosterman-Combs. Dichters die ,,iets hebben met Noordoost-Fryslân” komen hier aan bod, onder meer Tsead Bruinja, Meindert Talma en Bennie Spekken, het programma is nog niet helemaal rond. ,,Een klein evenement, heel sfeervol en gezellig. De vorige keer hadden we zo’n tachtig bezoekers. We hopen deze keer natuurlijk op een nog grotere opkomst, de bekendheid van Jan Ritskes groeit.” 

Na de herfst staat er dan nog een liturgisch concert op de rol, waarvoor Eppie Dam de teksten en Jan de Jong de muziek schreef. Kloosterman-Combs: ,,Het concert is gebaseerd op het gedicht ‘De schepping’ van Jan Ritskes en wordt uitgevoerd door het kamerkoor van Jaep Meems. De bedoeling is om het drie keer uit te voeren in Achtkarspelen; daarna kan het de provincie in.” 

Kortom, ‘folle net genôch’ zoals de Fries zegt: er staat veel eerbetoon op stapel. En dat voor een man wiens ‘ongedurigheid en apart-zijn hem in de weg hebben gestaan’, zoals Dam Jaarsma in 1961 schreef. ‘Hy is op it lêst in kluzener wurden, dy’t heal ferkaam.’ Jan Ritskes had een boerderij in Twijzel maar rentenierde liever in Leeuwarden. Als hij naar ‘de Wouden’ ging was het niet alleen om poolshoogte te nemen op zijn bedrijf maar vooral om te wandelen in de natuur, het hoofd vol kunst en schoonheid. Hij had een diepgravende belangstelling voor onder meer de natuur, theologie, techniek en architectuur. Zijn botanische kennis was groot, wat ook in zijn gedichten tot uiting komt. ‘Alsof alles-van-de-schepping-weten zijn persoonlijk eerbetoon aan de Schepper was, en alsof hij het als zijn dichterlijke opdracht zag om regel na regel, vers na vers, al die rijkdom te benoemen, soms breed uit te meten,’ schrijft Eppie Dam. 

Kloosterman wordt in de Friese literatuurgeschiedenis gezien als een van de ‘minor poets’ die in navolging van de grote Piter Jelles Troelstra zo rond 1900 met persoonlijke poëzie de weg vrijmaken voor de twintigste eeuw. Zo bezien hoort hij als dichter thuis tussen mensen als J.B. Schepers (1865-1935), Jan Jelles Hof (1872-1958), Sjirk van den Burg (1863-1932) en Jan van den Burg (1864-1905). ‘Zij wijzen vooruit naar het werk van de dichters uit het tweede tijdperk van de Nieuwfriese letterkunde, dat van de twintigste eeuw,’ schrijft Tineke Steenmeijer-Wielenga in het overzichtswerk Zolang de wind van de wolken waait (2006), werk ‘waarin het persoonlijke element uiteindelijk de overhand zal krijgen boven dienstbaarheid aan volk, moraal of geloof’. 

Jan Ritskes was een conservatieve romanticus, gevoelig voor het idyllische in de natuur. In de natuur zag hij God als Oerbron aanwezig van alles dat op aarde bestaat: 

Oars wie der net as God. 
En bûten Him wie alles leech en tsjuster. 
Der wie gjin ljocht, gjin tiid, gjin hjoed, gjin juster, 
en út it neat rôp de Ivige al dat! 

Spanning tussen vreugde over de Schepping en melancholie over het vergankelijke, en tussen behoudzucht en moderniteit, maken mede de charme van zijn werk uit. Met Nije bloei wordt de beste poëzie van Jan Ritskes Kloosterman opnieuw verkrijgbaar; de bundel zal een gezamenlijke uitgave zijn van de Keunstkrite Twizel en uitgeverij Wijdemeer in Leeuwarden. De publicatie werd mogelijk gemaakt door bijdragen van stichtingen, maar ook, uniek voor een Fries boekprojekt, door een ‘crowfunding’ actie waarbij particuliere donateurs konden inschrijven. 

De presentatie vindt plaats op 30 januari in de Petruskerk in Twijzel, waar zich ook de graven van Jan Ritskes en zijn veel bekendere dochter Simke Kloosterman bevinden. 



[KADER] 

Simke Kloostermanhuis in Twijzel 

Het Simke Kloostermanhuis in Twijzel is de, nu, oude rentenierswoning daterend uit 1876 waar Jan Ritkes Kloosterman verbleef voor zijn vertrek naar de stad en waar zijn (enige) kind Simke Kloosterman opgroeide. In de parktuin achter het huis wordt op 20 september voor de derde keer de Jan Ritskes Poëzienacht gehouden. Het is dezelfde tuin waar de dichter ongetwijfeld iets van zijn inspiratie opdeed voor zijn drie Friestalige dichtbundels Fryske wâldblomkes (1883), Finneblomkes (1907) en Fryske stikken (1912). 

De woning is genoemd naar Simke, bekend geworden als de eerste schrijver van een Friestalige roman (De Hoara’s fan Hastings, 1921). Een andere bekende roman van haar is It jubeljier (1948). Ook schreef Simke Kloosterman gedichten, kindersprookjes en een kookboek met Friese recepten. In haar testament bepaalde zij dat haar bezittingen zo lang en zo goed mogelijk bewaard moesten blijven. Het Simke Kloosterman Lien, een stichting die zich inzet voor de Friese literatuur, zorgt hiervoor. 

Het ‘Simkehûs’ is ingericht met persoonlijke bezittingen van de schrijfster, aangevuld met bruiklenen om de sfeer van een eeuw geleden op te roepen. Het huis heeft behalve een parktuin ook een oudheidkamer.

*

Noat
Boppesteande tekst waard publisearre yn it Friesch Dagblad fan 22 jannewaris 2014. De bedoeling wie dat ik op de presintaasje fan 30 jannewaris wat sizze soe oer it wurk fan Kloosterman en dat Tim spylje soe, mar dat is 'm net wurden; ik bedarre 21 jannewaris yn it sikehûs. No hat Ruurdtsje de Haan it wurd hân en Jaep Meems hat foar de muzyk soarge.

.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten