donderdag 19 mei 2011

STUDIO OUDEBILDTZIJL (5): Alwaar we Geert Wilders tegenkomen


Sjoerd de Jong, Uit het lood (Prometheus, Amsterdam 2011)
www.decontrabas.com

Hé, leuk, gedichten met quizvragen! Misschien wil de Contrabas wel zo goed zijn om een nog enigszins redelijk te bekostigen fles wijn uit te loven? De prijs is voor de lezer die de meeste verbanden weet te ontwaren tussen de zojuist verschenen debuutbundel Uit het lood van NRC-journalist Sjoerd de Jong en de actualiteit. Het zal een indrukwekkende lijst zijn. Die ik hier niet ga samenstellen – ik was op zoek naar de poëzie van De Jong, die ik in de mate en de dichtheid die een bundel rechtvaardigt niet heb aangetroffen.

En dat terwijl Ilja Pfeijffer in zijn achteroptekst bijkans van de daken fluistert dat deze dichter een “rijpe, ervaren en moedige dichter” is, maar voor de zekerheid waarschuwt dat je verstand van poëzie moet hebben om met zijn oordeel te kunnen instemmen.

Het zal wel, denk ik nu. Wat ik heb gelezen, zijn teksten van een kundig prozaïst, een meester in het componeren van journalistieke veelkolommers met boodschap wellicht, maar niet het werk van een leerling-tovenaar op de hoofdredactie die een nieuwerwets soort alchemie praktiseert: poëzie maken van de krant.

Nu is het natuurlijk om het even waar stof voor poëzie vandaan komt. Als de tovenarij maar lukt en het basismateriaal maar een transformatie ondergaat tot iets dat in de poëziehelft van je hoofd blijft haken. Maar bij De Jong haakt er niet zo veel. Dat komt omdat hij zijn arsenaal van sociale observaties te weinig duurzaams weet mee te geven. En dat ligt weer niet aan die observaties, maar aan de veelal oninteressante, dorre, gewild eigentijdse, muziek- en techniekloze taal die hij gebruikt. Wie nu een citaat verwacht, helaas. Het is pikkedonker in mijn schrijfkamer, dat wil zeggen: ik moet de zin van deze uitgave met een lichtje zoeken.

Okay, vooruit dan maar, ééntje. Het boekje valt willekeurig open op bladzijde 19, alwaar we, wie anders, Geert Wilders tegenkomen:

Hij lijdt aan Leitkultur

dat doet hij
om erger te voorkomen
op de markt van
wie wat voorstelt in dit land

vanzelfsprekend
bereid tot eerste hulp
bij botsende beschavingen

in toonloze stijl
onmachtige troonredes
uitgesproken

in deze doffe spiegel
warmt het land zich
aan de wind in zijn woorden
(..)

Cynisch en misschien ook enigszins uit de hoogte observeert de dichter het kwaad. Maar hij vergeet zijn doelwit op te tillen, memorabel te maken, om de gesel van de hoogst eigen particuliere verbeeldingskracht op zijn duivel los te laten. Nu lezen we een verzameling oneliners, soms raadselachtig, soms plat, soms een open deur, wellicht voer voor een toekomstige conferentie van sociologen. Het is ook een heel gedoe om poëtisch extract uit het nieuws te persen. De boodschap is: Wilders, dat zijn we allemaal (op De Jong na dan). De makke is: de taal en de gedichten van De Jong maken ons niet bang.

Zijn taal overtuigt niet, omdat hij zich haar niet eigen maakt, niet tot het hart van zijn bundel maakt. Staccato klinken de drie, vier, vijf woorden per regel, staccato is de groepering in twee-, drie- en vierregelige strofen. Zinvol enjambement is afwezig. Hier en daar rijm, maar waarom is onduidelijk. Nergens verrast een beeld, eerder blinkt de dichter uit in op het eerste oog handige formuleringen en situeringen. Toegegeven, hier en daar probeert De Jong aan sociale geschiedschrijving te doen, en dat is niet niks voor een dichter. Maar hoe gaat dat dan (op pagina 9):

nieuw medium
opende een dorp
land baadde
in sociale cohesie
spijkerpak en paardenstaart
lang voor
opsporing verzocht
ons normaliseerde

Mies Bouwman! Die fles wijn drink ik zelf wel op.

Een kort, dof geluid ontstaat, vermenigvuldigt zich in herhaling en een mantra van – poëtische, niet politieke – nietszeggendheid be-Nederlandse-volkt de pagina’s. Het doel van het taalgebruik van De Jong lijkt buiten zijn teksten te liggen. Wat de kans doet toenemen dat Uit het lood niet uit de pen van een “rijpe, ervaren en moedige dichter” is gevloeid, maar juist een gemiste kans en dus een mislukking is.


19 mei 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten