De oorlogstrommels rond de publicatie afgelopen
week van de nieuwe Defensienota klonken oorverdovend. Minister Ruben Brekelmans
en staatssecretaris Gijs Tuinman timmerden erop los. ‘Nederland moet opstaan om
onze veiligheid te beschermen.’ Maar onze veiligheid dienen, dat doet hun nota
natuurlijk juist niet.
‘Om onze veiligheid te beschermen’ gaat de
defensiebegroting van 21,4 naar 23,8 miljard euro. Twee fregatten erbij, zes
F-35’s erbij, en klap op de vuurpijl is de aangekondigde heroprichting van een
tankbataljon met 50 nieuwe Leopard-tanks. Verder wil het kabinet ‘verplichtingen’
invoeren bij het recruteren van personeel. Het zegt niet aan herinvoering van
de dienstplicht te denken. Blijft over het lokken van meer jeugd naar korte
dienstverbanden, met langdurige verplichtingen om na de dientijd als reservist
beschikbaar te zijn voor inzet in noodsituaties.
Of die wervingsstrategie voldoende zal opleveren,
valt te bezien. De legerleiding wil de extra troepen niet voor de ‘vredesoperaties’
van eertijds, maar om mee te kunnen doen aan min of meer ‘totale oorlogen’ buiten
de eigen landsgrenzen. Probleem is: weinigen nemen dienst bij een hoge
sneuvelkans. Als de animo voor dienstneming zich verhoudt tot ideeën over de
lethaliteit ervan, dan kan de oorlog tussen Rusland en Oekraïne niet echt als een
publiekstrekker en recruteringswonder gelden.
Lees je daarom nooit iets over het bloedverlies
aan de kant die door NAVO-landen met tanks en vliegtuigen en raketten en
adviseurs en trainers en inlichtingen wordt gesteund: de Oekraïense kant? Omdat precies die kwestie de
morele bodem onder onze steun wegslaat? Laten we eens nagaan welke prijs mensen
in een oorlog moeten betalen, voordat we beslissen over voortzetten of
onderhandelen.
Gekleurde cijfers
Berichten in westerse media spreken wel onophoudelijk
over hoge aantallen Russische doden en gewonden, variërend van 300.000
tot 550.000 militairen. Om hoeveel doden het dan precies gaat blijft bijna
altijd onduidelijk. Militaire analisten gaan meestal uit van een 1 op 3 ratio:
tegenover elke dode staan dan 3 gewonden. Rusland zou dan ergens tussen de
75.000-139.000 gesneuvelde militairen hebben te betreuren. De ngo’s Mediazona en
Meduza spraken in juli 2024 van 120.000 Russische doden (The Moscow Times).
Zelensky noemde in februari 2024 een getal van 180.000 doden, de Franse
minister van Buitenlandse Zaken sprak in mei 2024 van 150.000.
Schattingen van het aantal Oekraïense doden lopen
uiteen van 31.000 (Zelensky, BBC, februari 2024) tot 600.000 (kol MacGregor (YouTube,
2024). De New York Times meldde in augustus 2023 op basis van
Amerikaanse ‘officials’ een aantal van 70.000. Daar moet dan nog de schade van
het totaal mislukte Oekraïense zomeroffensief van 2023 grotendeels bij worden
opgeteld, evenals de verliezen van dit jaar. Een actuele schatting is er niet,
maar een redelijk veilige aanname is dat Oekraïne, gezien het grote en
groeiende Russische overwicht in manschappen en materieel, vanaf augustus 2023
zeker zo veel troepen heeft verloren als in de anderhalf jaar ervoor. Dan kom
je dus op minimaal 140.000 Oekraïense doden op dit moment.
Nu doen Rusland en Oekraïne allebei uit
staatsveiligheidsoverwegingen geen uitspraken over de eigen verliezen. De
diverse cijfers die circuleren zijn dus gebaseerd op schattingen. Die
schattingen zijn bijna zonder uitzondering politiek ‘gekleurd’. Supporters van
Oekraïne schatten het aantal Russische doden te hoog in, en laten de Oekraïense
verliezen in het midden of schatten ze veel te laag in, terwijl het omgekeerde
geldt voor analisten met een Russisch perspectief.
De enige cijfers die althans op enig empirisch
onderzoek zijn gebaseerd, zijn die van BBC/Medizona/Meduza over de Russische
verliezen: 120.000 doden (getelde begrafenissen, plus zo’n 50 procent
bijtelling). Oekraïense begrafenissen worden door deze organisaties niet
geteld.
‘Casualty-exchange ratio’
Het grote probleem is het aantal Oekraïense
doden. De schattingen daaromtrent zijn hoogstwaarschijnlijk veel te laag. De
Russen voeren sinds 2023 een zogenoemde ‘attrition war’, een uitputtingsoorlog
langs (tot voor kort) min of meer stabiele frontlijnen. Terrein veroveren is
dan minder belangrijk dan de tegenpartij verliezen toe te brengen en vleugellam
te maken. In dit type oorlog vervult vooral de artillerie een sleutelrol. Hier
is het Russische overwicht beslissend. De Amerikaanse hoogleraar John
Mearsheimer schreef in juni vorig jaar in een artikel op Substack:
By almost every account, the Russians have
somewhere between a 5:1 and a 10:1 advantage in artillery, which puts the
Ukrainian army at a significant disadvantage on the battlefield. Ceteris
paribus, one would expect the casualty-exchange ratio to approximate the
balance of artillery. Ergo, a casualty-exchange ratio on the order of 2:1 in
Russia’s favor is a conservative estimate.
Het Center for European Reform in Londen stelde
in zijn ‘policy brief’ van 24 april 2024 dat de Russen in Oekraïne vijf keer
zoveel artilleriegranaten afschieten als de Oekraïners, ‘and the ratio is
worsening’. De Council on Foreign Relations in New York schreef in dezelfde
maand dat Rusland drie keer zoveel granaten produceert als de Verenigde Staten
en Europa bijelkaar. De Amerikaanse NAVO-commandant in Europa, generaal
Christopher Cavoli, zei in het Huis van Afgevaardigden op 10 april dit jaar, in
Cruyff-stijl: ‘If one side can shoot and the other side can’t shoot back, the
side that can’t shoot back loses.’
Dat is precies wat er gebeurt: Oekraïne verliest,
en haar verliezen zijn veel groter dan uit politieke overwegingen bekend wordt
gemaakt. Mearsheimer gaat uit van een ‘conservatieve’ casualty-exchange ratio
van 2 Oekraïners op 1 Rus; die ratio zou in werkelijkheid wel eens 3 op 1 of 4
op 1 kunnen betreffen. Niet alleen hebben de Russen een massief
artillerie-overwicht, er is ook hun luchtoverwicht (de Oekraïense luchtmacht
bestaat bijna niet meer) en hun overwicht op het gebied van drones en tactische
raketten. De Oekraïense luchtverdediging is het afgelopen jaar in toenemende
mate uitgeschakeld, zodat bijvoorbeeld een wapensysteem als de Russische
Iskander-M raket tegenwoordig vrij spel heeft.
Op basis van bovenstaande overwegingen moeten de
Oekraïense verliezen (doden) dus wel in de honderdduizenden lopen. Een veelvoud
van het aantal Russische doden. Die indruk wordt nog verder versterkt door de eis
van het Oekraïense legercommando, in december 2023, om nog eens 500.000 man te
mobiliseren, volgens een bericht in de Washington Post een weerspiegeling
van de grote Oekraïense verliezen op het slagveld.
Geen diplomatie
Moderne, totale oorlogvoering, dat wil
bovenstaande, enigszins uit de hand gelopen exercitie zeggen, is dus een ontzettend
dodelijke bezigheid. Het maakt maatregelen die haar waarschijnlijkheid reduceren
enorm wenselijk, zou je zeggen. Maar het Nederlandse kabinet maakt in zijn
Defensienota juist niet de keus om Nederland veiliger te maken. Het kiest
ervoor, nota bene onder applaus van de Tweede Kamer, om het leven van heel veel
Nederlanders heel veel onveiliger te maken.
Er zijn alternatieven. Om een land of volk zich
veilig te laten voelen, zijn er meer middelen dan peperdure Leopard-tanks, die as
we speak inclusief bemanning kapot worden geschoten met goedkope drones. Je
hebt bijvoorbeeld zoiets als diplomatie. Een heel respectabel en vaak succesvol
middel, als je de geschiedenis bekijkt. Dit kabinet verafschuwt diplomatie.
In diplomatie komt het er meestal op aan om, als
land, je eigen morele en culturele en politieke normen af te wegen tegen de
realiteit elders op de wereld. Je denkt na over baten en kosten. Over
mogelijkheden en onmogelijkheden. Op basis daarvan doe je voorstellen om
conflicten op te lossen. Maar als die honderdduizenden doden in 2,5 jaar tijd
je niet echt, je niet werkelijk heel erg dwars zitten, en als je de rest van de
wereld beschouwt als een jungle en je eigen paar vierkante kilometer als een
paradijs, dan doe je niet aan diplomatie. Met de tegenpartij ‘valt niet te
praten’, is dan het devies.
En als je diplomatie, wat ervan resteert, sowieso
bepaald wordt door je grotere bondgenoten dan blijven er weinig andere bezigheden
over dan je thuisfront te bewerken. In hun geest. Succesvol zijn narratieven
die een brede coalitie van dominante deelbelangen aanspreken. Ten aanzien van
het Oekraïnebeleid bestaat er een verbond dat loopt van de atlanticistische
politieke elite en Angelsaksisch geöriënteerde groot- en mediabedrijven tot
ooit rode vakbonden. Opvallendste bedpartners zijn het militair-industrieel
complex en de milieu- en vergroeningsbeweging.
Vijandbeelden temperen
Poetin blijkt dus een ware allemansvriend. Daarom
valt het minister Brekelmans en staatssecretaris Tuinman niet moeilijk hun zin
te krijgen. Op het puntje recrutering na, schat ik. Want wie beter kijkt, ziet
dat ze mijn en uw veiligheid en die van mijn en uw kinderen niet beschermen. Integendeel.
Hún dreiging is direct. Zij bereiden het Koninkrijk der Nederlanden voor op betrokkenheid
bij een oorlog. Een echte oorlog, een grote nobele strijd voor Europa, voor democratie,
tegen dictatuur, of vul maar in.
Maar ook een oorlog die ze niet zullen kunnen bepalen.
Die door anderen zal worden uitgestippeld. Welke fatale gevolgen dat voor een
kleine speler als Nederland kan hebben, behoeft geen uitleg. Precies, denk aan
Srebrenica. En dan honderd keer erger.
Het wordt tijd, het was al lang tijd, om de
vijandbeelden te temperen. De menselijke kosten van moderne oorlogvoering zijn
veel te hoog, en dat leidt tot zware druk op dominante narratieven. Het is bijvoorbeeld
niet heel moeilijk om erachter te komen dat niet Rusland, maar kat in het nauw Oekraïne
belang heeft bij het exporteren van de oorlog naar andere landen. Dat niet Poetin,
maar Zelensky gesprekken in de weg staat (hij heeft onderhandelingen met Poetin
per wet verboden).
Dat NAVO-landen zowel de Minsk-akkoorden als de
afspraken in Istanboel hebben gesaboteerd. Dat het leger van Oekraïne de ene na
de andere strategische blunder begaat, op aandringen van NAVO-landen nog wel. Het
bondgenootschap dat het niet uitmaakt hoeveel Oekraïners de dag van de
overwinning niet halen. Omdat het eigenlijke doel van deze landen niet het
steunen van Oekraïne maar het verzwakken van Rusland is. Wij financieren de
uitdrijving van Poetin, zij geven het bloed. Iedereen weet dat het zo werkt, maar je hoort
er nooit wat over.
Het Rusland van Poetin is een obsessie geworden voor
de mediale elite in Nederland die zich al in 2014 maar wat graag liet bedotten
met beelden van een ‘democratische opstand’ en een ‘color revolution’ in Kiev. In
werkelijkheid vond onder aanvoering van Amerikaanse diplomaten en extreme
nationalisten met gewelddadige middelen een onconstitutionele machtswisseling
plaats, een coup die voor het Russisch-sprekende deel van de Oekraïense bevolking
slecht nieuws betekende en uitliep op een klassieke burgeroorlog.
Toen na acht jaar strijd duidelijk was dat noch
de Verenigde Staten noch de Europese Unie van zins was om die Slavische
broederkrijg te beëindigen, zelfs niet op last van de VN-Veiligheidsraad, lanceerde
Rusland zijn ‘speciale militaire operatie’, met als doel om snel
onderhandelingen af te dwingen. Dat leek begin april 2022 ook te lukken, totdat
Groot-Brittannië en de Verenigde Staten in de gesprekken intervenieerden en
Oekraïne ertoe bewogen om een moeizaam bereikt principe-akkoord te verscheuren.
Westerse hybris dicteerde dat Rusland wel
inelkaar zou storten onder het gewicht van economische sancties; Kiev zou
onbeperkte militaire hulp krijgen; Zelensky werd tot vrijheidsstrijder verheven
en Poetin kreeg de rol van The Joker. De Russische aanvalsactie werd
afgeschilderd als ‘unprovoked’ en werd in koor een ‘full scale invasion’
genoemd. Wie er anders over dacht werd om de oren geslagen, hup, met München 1938.
Nu zijn we dus al die honderdduizenden doden verder. Nog is er geen enkele kans
dat Zelensky de oorlog wint of Poetin uit zijn ambt wordt gezet. Hoeveel doden
moeten er nog vallen voordat media de beslagen spiegels van hun eigen ongelijk
durven schoon te maken?
Hoopvol teken
Wellicht, als de voortekenen niet bedriegen, jaagt
het kabinet de Defensienota er nog net op tijd doorheen, dat wil zeggen,
voordat de politieke wind in Europa defintief verandert. Wat eerst ‘desinformatie’
werd genoemd, zal immers steeds vaker veranderen in een bespreekbaar standpunt
of een min of meer adequate beschrijving van de werkelijkheid naarmate de ‘officiële’
informatie onvolledig, onvoldoende en tegenstrijdig blijft.
De maatschappelijke kosten van het tot nu toe
gangbare narratief zijn simpelweg te hoog. Bij onze oosterburen geloven steeds
grotere delen van de samenleving niet meer in de confrontatiepolitiek van SPD
en Die Grünen. ‘Gewone’ mensen ondervinden daar aan den lijve welke vervelende
tot rampzalige economische gevolgen de ramkoers van NAVO, EU en hun eigen
regering jegens Rusland heeft. Het succes van de linkse Sahra Wagenknecht is wat dat betreft leerzaam. En een hoopvol teken.
Ook de Nederlandse economische groei en
gezondheid worden bedreigd. Mensen hebben te kampen met hoge energieprijzen,
die een afgeleide zijn van het voortwoekerende web van sancties dat onder
aanvoering van Washington over de wereld is geweven. Hogere consumentenprijzen
zijn daarnaast het gevolg van Amerikaanse druk op de Europese Unie om minder
zaken te doen met zakenpartner nummer één, China. Duitsland, ons economisch
achterland, de-industrialiseert en verarmt zonder goedkoop Russisch gas. Kortom, de Amerikaanse
compartimentering van de wereld is slecht voor handelsland Nederland.
Gezond verstand leidt vroeg of laat ook in ons landje tot politieke weerstand tegen de retoriek van de oorlogspartij. Deze Defensienota vergróót onze onveiligheid.
.